Duurzaamheidsinformatie
STIP promoot ecologische of sociale kenmerken en belegt alleen in ondernemingen die voldoen aan de vereisten van goed bestuur. Hiermee classificeert STIP als artikel 8 onder SFDR. Dit is de duurzaamheidsinformatie in 12 rubrieken.
Duurzaamheidsinformatie artikel 8 in de SFDR
STIP belegt maatschappelijk verantwoord en wil zo bijdragen aan een duurzame economische groei voor volgende generaties. Premies ingelegd door deelnemers worden belegd met oog voor mens en milieu. STIP promoot de volgende ecologische en/of sociale kenmerken:
- STIP wil niet bijdragen aan onwenselijk gedrag en controversiële activiteiten, evenals specifieke producten en diensten en past daarom een uitsluitingsbeleid toe.
- STIP wil een positieve invloed uitoefenen op bedrijven en selecteert daarom externe vermogensbeheerders die in gesprek gaan met ondernemingen waarin ze beleggen en die stemmen op aandeelhoudersvergaderingen.
- STIP neemt niet alleen financiële informatie mee bij de keuze voor beleggingsfondsen maar kijkt ook naar de ESG-integratie die toegepast wordt binnen het beleggingsbeleid. Waar mogelijk past STIP een ESG best-in-class strategie toe.
- Als laatste streeft STIP ernaar om in elk beleggingsfonds een significante vermindering van de CO2-uitstoot te realiseren ten opzichte van de brede markt.
STIP meet deze kenmerken met de volgende indicatoren:
- Toepassing van Ikea uitsluiting criteria in uitsluitingsbeleid beleggingsfondsen;
- Stem- en engagementbeleid toegepast op relevante fondsen (ja/nee);
- Percentage van de portefeuille dat een vorm van ESG-integratie toepast;
- CO2 intensiteit ondernemingen waarin is belegd & blootstelling aan ondernemingen actief in de sector fossiele brandstoffen.
STIP promoot deze kenmerken door:
- Een uitsluitingsbeleid te hanteren;
- Externe vermogensbeheerders te selecteren die actief aandeelhouderschap toepassen;
- ESG-integratie toe te passen;
- Bij selectie rekening te houden met de CO2-intensiteit.
In dit document wordt in meer detail beschreven hoe STIP invulling geeft aan het realiseren van deze kenmerken.
Dit financiële product - de pensioenregeling van STIP - promoot ecologische of sociale kenmerken, maar heeft geen duurzame beleggingsdoelstelling.
De reden dat STIP geen duurzame beleggingsdoelstelling heeft is dat het hoofddoel van het pensioenfonds is om de pensioenregeling betrouwbaar uit te voeren. Een duurzame beleggingsdoelstelling betekent volgens Europese wetgeving dat de duurzame doelstelling minstens zo belangrijk moet zijn als de financiële doelstelling. Dit is niet te verenigen met de doelstelling van het pensioenfonds. Wel promoot het pensioenfonds ecologische of sociale kenmerken, omdat STIP van mening is dat het belangrijk is om oog te houden voor de leefbaarheid van de wereld en omdat zij verwacht dat een verantwoorde beleggingsaanpak positief zal bijdragen aan het rendement op de lange termijn.
STIP promoot de volgende ecologische en/of sociale kenmerken:
- STIP wil niet bijdragen aan onwenselijk gedrag en controversiële activiteiten, evenals specifieke producten en diensten en past daarom een uitsluitingsbeleid toe.
- STIP wil een positieve invloed uitoefenen op bedrijven en selecteert daarom externe vermogensbeheerders die in gesprek gaan met ondernemingen waarin ze beleggen en die stemmen op aandeelhoudersvergaderingen.
- STIP neemt niet alleen financiële informatie mee bij de keuze voor beleggingsfondsen maar kijkt ook naar de ESG-integratie die toegepast wordt binnen het beleggingsbeleid. Waar mogelijk past STIP een ESG best-in-class strategie toe.
- Als laatste streeft STIP ernaar om in elk beleggingsfonds een significante vermindering van de CO2-uitstoot te realiseren ten opzichte van de brede benchmark.
STIP past de volgende beleggingsstrategie toe om de ecologische en sociale kenmerken te promoten:
1. Niet bijdragen aan onwenselijk gedrag, controversiële activiteiten en specifieke producten en diensten.
Instrument: Uitsluitingen
STIP hanteert daartoe de volgende uitsluitingslijst (verboden):
- Landen/ondernemingen op de sanctielijst van de EU, VN, of de Nederlandse overheid
- UN Global Compact Schenders
- Kinderarbeid
- Controversiële wapens
- Fossiele brandstoffen en kernenergie
STIP heeft een afkeur voor de volgende thema’s:
- Civiele vuurwapens
- Landen met hoge ESG-risico’s
- Tabak
- Drugs en cannabis
- Gokken
- Alcohol
- Pornografie
- Mijnbouw
2. Positieve invloed via actief aandeelhouderschap.
Instrument: Actief aandeelhouderschap
STIP belegt in beleggingsfondsen en heeft daartoe maar beperkte mogelijkheid om een eigen stem- en engagementbeleid te voeren en volgt daarom het stem- en engagementbeleid van de vermogensbeheerder. Bij de selectie van fondsen is het stem- en engagementbeleid een selectiecriteria.
3. STIP neemt niet alleen financiële informatie mee bij de keuze voor beleggingsfondsen maar kijkt ook naar de ESG-integratie die toegepast wordt binnen het beleggingsbeleid. Waar mogelijk past STIP een ESG best-in-class strategie toe.
Instrument: ESG-integratie
STIP selecteert beleggingsfondsen die ESG-integratie toepassen binnen het beleggingsbeleid. Dit kan op het niveau van de ESG-benchmark (passief), of op het niveau van de vermogensbeheerder (actief). Hierbij is het uitgangspunt dat de duurzaamheidskenmerken de beleggingsportefeuille verbeteren. Daarom selecteert het fonds binnen risico, rendement en kosten-parameters bij voorkeur beleggingsfondsen die ESG-beoordelingen meenemen in hun beleggingsstrategie. Waar mogelijk past STIP een ESG best-in-class strategie toe, waarmee enkel in de best presterende ondernemingen op duurzaamheidsvlak wordt belegd mits dat binnen de risico, rendement en kosten-parameters past. Dit is echter geen hard selectie criterium. STIP heeft dit bewust ruim omschreven om als klein fonds voldoende flexibiliteit te behouden.
4. Als laatste streeft STIP ernaar om in elk beleggingsfonds een significante vermindering van de CO2-uitstoot te realiseren ten opzichte van de brede benchmark.
Instrument: ESG-integratie
Bij het selecteren en evalueren van vermogensbeheerders kijkt STIP naar wat de vermogensbeheerder aan CO2-reductie in de portefeuille bewerkstelligt.Goed bestuur
Hoe ondernemingen en overheden zich horen te gedragen in relatie tot maatschappelijk verantwoord ondernemen is veelal vastgelegd in internationale verdragen en afspraken. Een aantal van deze internationaal breed gedragen kaders hanteert het fonds als uitgangspunt:
- UN Global Compact
- Sanctiewetgeving
- Wet marktmisbruik
- Klimaatakkoord van Parijs
- SFDR
- UN PRI
- OESO-richtlijnen
- UN Guiding Principles on Business and Human Rights
STIP promoot ecologische en sociale kenmerken zonder dat het een duurzame belegginsdoelstelling nastreeft zoals beschreven in dit document. Het grootste deel van de portefeuille is afgestemd op de ecologische en of sociale kenmerken van de portefeuille dit gaat om aandelen ontwikkeld en opkomend, high yield, bedrijfsobligaties en vastgoed. Overige beleggingen zijn niet afgestemd op de ecologische en sociale kenmerken (staatsobligaties en renteafdekking, hypotheken, asset backed securities). De percentages zijn gebaseerd op de strategische asset allocatie naar deze categorieën. De feitelijke asset allocatie kan daarvan afwijken.
STIP monitort de ecologische en sociale kenmerken door middel van de volgende indicatoren:

De methodologieën zijn toegelicht in het hoofdstuk Beleggingsstrategie:
- Uitsluitingen: aantal uitgesloten ondernemingen en landen wordt gemonitord op basis van beschikbare data geleverd door de vermogensbeheerders.
- Actief aandeelhouderschap: aantal fondsen waarvoor wordt gestemd en engagement wordt gevoerd wordt gemonitord aan de hand van rapportages geleverd door de vermogensbeheerders.
- ESG-integratie: het % van de portefeuille dat ESG-integratie toepast wordt gemonitord door middel van de allocatie naar de verschillende strategieën en evaluatie van de strategieën
- CO2-reductie: CO2-reductie wordt gemonitord op basis van geleverde data door de vermogensbeheerders en vergeleken met de brede marktindex.
Gezien de omvang van de totale beleggingsportefeuille en de inrichting van de portefeuille door middel van beleggingsfondsen, gebruikt STIP de informatie van de vermogensbeheerders als broninformatie. De databronnen en - verwerking van de vermogensbeheerders zullen jaarlijks worden geëvalueerd. Het aandeel van de data die een schatting zijn is daarmee nog onbekend.
Zoals hierboven aangegeven onder ‘Methodologieën voor ecologische of sociale kenmerken’ en ‘Databronnen en - verwerking’ gebruikt STIP de informatie van de vermogensbeheerders. Eventuele beperkingen in methodologieën en databronnen zijn nog onbekend. De beperkingen zullen ook jaarlijks worden geëvalueerd.
STIP selecteert zelf geen individuele beleggingen, maar heeft hiervoor externe vermogensbeheerders aangesteld. Deze partijen zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van een eigen due diligence-proces bij de selectie en monitoring van beleggingen.
Bij de selectie van vermogensbeheerders beoordeelt STIP de due diligence-processen van de vermogensbeheerder. Een belangrijk criterium hierbij is de wijze waarop zij ESG in deze processen wordt meegenomen. STIP verwacht dat het ESG due diligence-beleid van de vermogensbeheerder aansluit bij de eigen beleggingsprincipes, waaronder het uitsluiten van ernstige schenders van de UN Global Compact (bijvoorbeeld op het gebied van mensenrechten, arbeidsrechten, milieu en corruptiebestrijding).Voor bedrijven die in mindere mate deze principes schenden, verwacht STIP dat de vermogensbeheerder actief engagement voert. Dit houdt in dat zij in dialoog treden met deze bedrijven met als doel gedragsverbetering en het bevorderen van duurzame bedrijfspraktijken. STIP monitort periodiek of de vermogensbeheerders daadwerkelijk invulling geven aan deze verantwoordelijkheden, en of hun aanpak in lijn blijft met de ESG-doelstellingen van STIP .
De vermogensbeheerders van STIP dienen hun rechten als eigenaren van beleggingen uit te oefenen door te stemmen op aandeelhoudersvergaderingen. Over deze stemmen moet periodiek worden gerapporteerd. Daarnaast moeten zij in gesprek gaan met bedrijven op thema’s waarop zij nog ruimte hebben om te verbeteren (engagement). De vermogensbeheerders worden geacht hier periodiek over te rapporteren. De stem- en engagementbeslissingen van onze vermogensbeheerders zullen jaarlijks worden geëvalueerd.
STIP maakt geen gebruik van een aangewezen referentiebenchmark om te voldoen aan de ecologische en sociale kenmerken.